Fases?

imagen20

In de periode na het overlijden ( maanden hebben we het dan over) voelde ik me heel wisselend. Omdat ik eigenlijk heel weinig van mezelf begreep, en soms heel ver ging in mijn wanhoop. Ging ik net als bij de diagnose in 2004, op zoek op internet naar verhalen of informatie over rouwverwerking. Want was het wel normaal wat ik deed? Dan kom je allerlei sites tegen en spreken ze over fases.

Fase één: Ontkenning:  Inderdaad, ik denk dat je serieus kan spreken van ontkenning. Ik had steeds het gevoel dat het niet definitief is. Dat Erwin nog wel terug kwam. Misschien niet echt fysiek, maar gewoon dat hij om me heen was. Ik vond het heel prettig om alleen thuis te zijn. In ons huis, eindeloos foto’s en films van hem, ons en ons gezin te bekijken echt dagen heb ik dat gedaan. Onze muziek eindeloos te draaien, keer op keer, op keer. De cd Metallica, Mexico City is gewoon echt kapot.  Ik waande me terug in de tijd. Want na het overlijden is het altijd zo dat ik aan de gezonde Erwin voor me zie. Het rare is dat juist het feit dat ik hem weer als gezond/zichzelf zag. Me eigenlijk een heel blij gevoel gaf. Het ging zelfs zo ver dat ik er alleen voor hem mooi ( voor zover dat mogelijk is) en verzorgd uit wilde zien. Want stel als hij naar me keek, moest hij nog steeds trots op me zijn. Ik hield mezelf voor dat er zo best mee te leven viel, weduwe zijn.

Ik heb in mijn andere blog verteld dat ik een droom had waarin Erwin bij mij langs kwam. Die droom was voor mij heel realistisch. En ik ben er nog steeds van overtuigd dat hij echt bij mij langs is geweest. Maar dat dit ook het definitieve afscheid was. Voor wie het nog niet gelezen heeft. Dit gebeurde enkele weken na het overlijden.

Droom.

Een paar dagen daarna sliep ik onrustig, ik was steeds wakker en dacht aan Erwin. Ik miste hem heel erg, en zag steeds heel duidelijk zijn gezicht voor me. Uiteindelijk viel ik weer in slaap. Ik had een droom, een droom in het heden. Erwin was overleden

In mijn droom hoorde ik zachtjes gesnurk en ging rechtop zitten. Ik zag dat er nog een bed in mijn slaapkamer stond en daar lag Erwin op de manier zoals hij altijd lag als hij sliep. ‘Hé, ben je eindelijk wakker’ zei hij. Ik huilde en zei: ‘schat ik kan je zien’. Ik kroop bij hem in bed dicht tegen hem aan, en kon hem voelen. Hij deed zijn armen strak om heen en kuste me in mijn hals. Ik zag dat zijn haar weer aan het groeien was ( mooi rood en dik). Hij was weer gezond en had weer zijn normale postuur, maar ook geestelijk was hij gewoon weer Erwin. Ik kuste hem overal en moest vreselijk huilen. Ik vroeg, “maar Erwin je bent toch dood?’ ’Ja ’zei hij ‘ik ben dood, maar ik wil je laten weten dat ik bij je ben, altijd en dat het goed is zo’. We hadden een gesprek zoals we dat vroeger hadden. ’Erwin sorry dat ik soms zo boos ben geweest, ik weet nu dat ook ik mezelf niet meer was ’zei ik. ‘Het geeft niet mop, ik begrijp het allemaal, je hebt het zo goed gedaan, ik ben zo trots op je hoe je alles gedaan hebt al die jaren en dat jij mijn vrouw bent’. ‘Ik hou zielsveel van je’. Ik wilde hem niet meer loslaten. We vielen dicht tegen elkaar aan in slaap, wat voelde ik me gelukkig en wat was het weer vertrouwd, toen ik wakker werd was hij weg.

Nadat ik echt wakker werd voelde ik me de hele dag heel vreemd, het was zo realistisch geweest. Ik voelde me gelukkig. Voor mij was hij echt bij me geweest en hadden we echt een afsluitend gesprek gehad. Vooral dat hij in de droom gezond was deed me zo goed. Want het was in mijn beleving zo dat dát zo was. Hij was weer gezond..

fase twee; Boosheid.

Inderdaad dat herken ik ook, om eerlijk te zijn nog steeds. Waarom? In godsnaam, hij…Ik blijf het onaanvaardbaar vinden. Wat heeft hij de mensheid misdaan? Echt, dat soort vragen spoken er steeds door je hoofd. Maar natuurlijk vraagt iedereen die een dierbare verliest op een veel te jonge leeftijd zich dit af. Maar in de periode dat je aan het rouwen bent betrek je nu eenmaal alles op je eigen situatie.

Hoe kan het eigenlijk dat het leven überhaupt gewoon doorgaat? Dat mensen gewoon weer blij zijn om ons heen, dat soort gedachtes speelde er regelmatig door mijn hoofd. Regelmatig voel ik ook jaloezie, jaloezie op mensen voornamelijk stellen die elkaar nog wel hebben. Totaal ten onrechte natuurlijk. Maar die gevoelens zijn realiteit.

Ik heb zelfs wel eens zo negatief gedacht dat het door mij kwam. Dat ik hem niet waard was, en daarom….Op een geven moment voelde ik hem niet meer om me heen.

Ik droom nog heel vaak van Erwin, maar niet meer zoals op de manier van toen. Soms droom ik dat hij mij niet meer wil, ( ik heb het dan al over de periode dat hij ziek was) Ik ben er voor mezelf van overtuigd dat dit komt, omdat ik dingen/situaties niet verwerkt heb. En misschien ook wel nooit verwerken kan. Ik ben na zo’n droom nog steeds nu anderhalf jaar later een dag helemaal van slag/ intens verdrietig. Ik voel me alsof het in de tegenwoordige tijd is.

Echt ik werd er helemaal wanhopig van. Hierdoor belande ik langzaamaan in wat genoemd wordt de:

Derde Fase: Marchanderen. ( Als ik maar genoeg…dan komt hij wel). Dat hij niet meer lijfelijk terug zou komen besef ik wel, maar al was het maar in de vorm van een droom of gevoel of een licht dat spontaan aangaat. Of desnoods een koude wind door de kamer. Iets, in ieder geval.

Elke ochtend als ik beneden kom gaat zijn kaars aan ( nog steeds) en zeg ik goedemorgen tegen zijn foto, die bijna op ware grote in de kamer hangt. Al sinds 2012 toen Erwin geopereerd werd. Op die foto kijkt hij me lachend aan. Ik praat ook tegen hem.

Soms zijn er dagen dat ik het druk heb en niet de hele dag aan hem denk. In het begin schrok ik dan en voelde me schuldig. Want ik had al een uur niet aan hem gedacht. Of soms als ik iets leuks had gedaan, dacht ik: hoe kan het, dat zelfs ik weer kan genieten van bepaalde dingen in het leven. En dat terwijl hij er niet meer is.

Maar besef steeds meer. Het heeft geen zin. Dood is weg, voor altijd. Dood is nooit meer.

 

Vierde fase: Verdriet en depressie.

Depressie herken ik niet. Tenminste niet zoals het hier bedoeld wordt. Iedereen voelt zich wel eens een dag depressief. En ook ik heb dat maar ik kan niet spreken van een depressie. Verdriet daarin tegen pffff. Dat is er en lijkt steeds meer te worden. Tijdens de hele ziekte periode voelde ik me een robot, een zombie. Bijna zonder emoties. Het is echt zo dat je gewend raakt aan de heftige situaties die er tijdens zo’n ziekte proces gebeuren. O, ja we gingen weer naar het ziekenhuis, O, hij had weer een hij had weer een heftige aanval. Of ja, hij was weer verschrikkelijk in de war. Ik kan nog wel doorgaan met een hele lijst op te noemen. Wat ik wil aangeven is dat ik, en ik niet alleen ook mijn kinderen gewoon alleen handelde en het voor ons allemaal ‘normaal’ was geworden. Maar natuurlijk was het niet normaal.

Nu anderhalf jaar later, passeren regelmatig specifieke gebeurtenissen de revue in mijn gedachten. Zie ik de beelden voor me, elk detail en nu kan ik er pas om huilen. Nu pas bedenk ik hoe verschrikkelijk erg het was, alles wat hij heeft moeten ondergaan. Nu pas nu ik de rust heb om het te verwerken..dus ja, verdriet is er.

Uiteindelijk is er dan fase vijf: Aanvaarding wordt er gezegd. Dat ik verder moet met mijn leven is een feit. Ten eerste heb ik nog twee kinderen en kleinkinderen. Zij, in combinatie met mijn dieren, mijn naaste familie en dierbare vrienden, maakt dat ik het leven nog steeds de moeite waard vind. Al zijn er zeker momenten geweest dat ik heb gedacht’ dat ik nog zo lang moet, zonder hem”.

Maar aanvaarding of dat het slijt? Nee, daar kan ik niet van spreken. Mijn zus sprak het laatst zo mooi uit. ‘Je leert leven met de rouw’. En dat is een hele mooie omschrijving.

Wordt vervolgt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15 mei 2017.

Erwin Uitvaart (70 van 141)

Op 15 mei 2017 5.38 werd ik weduwe. Dat na 13 jaar mantelzorger/partner/geliefde/vrouw/maatje/beste vriend te zijn geweest.

Het gekke is, eigenlijk meteen voel ik rust over me komen. Ik geloof dat ik ook echt een diepe zucht heb gelaten. Niets kon er meer met hem gebeuren, nooit meer. De dagen voor het overlijden waren zo verschrikkelijk intens geweest. Hem werkelijke zijn laatste adem uit zien/voelen blazen. Het is een beeld wat ik nooit meer van mijn netvlies afkrijg. Wat is dat intiem, ik weet niet of dat het goede woord is intiem…Het feit dat wij ( onze kinderen en ik) erbij waren vond ik zo intiem. Ik was verschrikkelijk verdrietig ik kan het gevoel haast niet beschrijven. Ik was verdrietig omdat ik hem meteen weer als de gezonde Erwin voor me zag, met die eeuwige lach op zijn gezicht. Met zijn atletische lijf, springend van de duikplank.

En toch huilen kon ik niet. Euforie voelde ik bijna. Wat verschrikkelijk verwarrend was het, ik begreep niets van mezelf. Huilen moest ik toch?? Waarom had ik dat niet? Eerst maar even naar huis douchen en slapen. Slapen terwijl de telefoon gewoon beneden kon blijven, dat was de afgelopen 13 jaar niet denkbaar geweest. Altijd zat die telefoon aan me lichaam geplakt. In Bed, onder de douche, op de wc. Kortom altijd. Geloof me, ik sliep meteen. Ik wist dat ik niet meer gestoord zou worden. Ik was zo moe en sliep aan één stuk door tot de volgende ochtend.

Alles regelde ik/wij ( de kinderen en ik). Het meeste had ik al klaar, alle adressen had al op een lijst, het was een kwestie van op de enveloppe zetten en klaar. De muziek voor de uitvaart, al klaar. De tekst voor mijn speech, al klaar (ook al weken in mijn hoofd). Ik had het hele scenario van de uitvaart al in mijn hoofd. Al jaren eigenlijk. We hadden het er samen ook regelmatig over gehad ( Erwin en ik). ‘Ik wil dat de muziek hard staat en dat de jongens ( collega’s van de marine) me binnen dragen”. Dat was de opdracht die ik ook zo aan Frank ( uitvaart begeleider) had door gegeven. En zo gebeurde het ook, precies zoals ik me had voor gesteld. Maar eigenlijk was het nog mooier. Wat was ik trots dat hij mijn man is.

De dagen tussen het overlijden en de uitvaart waren in mijn beleving geen verschrikkelijke dagen. Ik heb uren bij zijn kist gezeten, muziek geluisterd, tegen hem gepraat. Met voor mij het idee dat hij mij kon horen. Er was zoveel aandacht voor hem, voor ons. Het was echt onvoorstelbaar. Ontelbaar veel bloemen en bloemstukken werden er gebracht…allemaal wit, dat was zijn wens. De liefde die we kregen voelde als een warme deken.

Wat het meest ontroerde was de kleinkinderen bij hun opa te zien. Alsof hij nog leefde. Ze konden niet van hem afblijven. Overal waren ze bij, tot het sluiten van de kist aan toe. Het was hun top opa, alles deed hij met ze toen hij nog niet zo ziek was.

Later werd dat steeds moeilijker. En toch de kinderen begrepen het. Ze bleven altijd heel erg gek op hem. Het heeft hen uiteindelijk goed geholpen met de verwerking.

Ik had bij alles wat er gebeurde het gevoel dat hij naar ons keek, en dat hij lachte en blij was met alles wat hij zag. Hoe mooi en liefdevol het was. Op de uitvaart had ik het gevoel dat hij bij de deur stond en bekeek hoeveel mensen er waren gekomen van heiden en ver om afscheid van hem te nemen. Ik zag hem knipogen naar me met zijn duim omhoog. ‘Het is goed schat’, zei hij met zijn lippen zonder geluid. Ik denk dat dit iets is wat je onderbewuste met je doet. Overleven? Kun je het dat noemen?

En toch ik begreep mezelf nog steeds niet…Was dit de reactie op al die jaren van zorg, verdriet, stress en frustratie. Van het jarenlange onder stress leven? Soms wenste ik dat ik kon huilen…maar het lukte niet. Bijna hysterisch was ik. Ik was helemaal niet moe meer maar had ongelooflijk veel energie. Ik troostte soms andere mensen en schaamde me soms voor hoe ik reageerde. Soms dacht ik ‘Hallo, het is mijn man hoor die dood is’. Ik had echt het gevoel dat ik niet normaal was. Op de uitvaart stond ik twee en half uur mensen handen te schudden en voelde ik me bijna alsof ik op een feestje was. Bizar gewoon.

De weken daarna bleef dat gevoel nog steeds. Ik ging na twee weken weer aan het werk. Hup, want alles was toch achter de rug. Ik hoefde nergens meer voor te zorgen dus was weer volledig inzetbaar. Ik had zoveel van mijn werkgever gevraagd dus ik vond ook dat ik dat moest doen op deze manier. En toch achteraf, nu anderhalf jaar later denk ik, het was niet goed. Ik deed mijn werk technisch gezien goed. Ik bracht de patiënten van A naar B. Maar mijn inlevingsvermogen richting de patiënten was niet goed. Als ik bv een patiënt moest vervoeren die gewoon een blinde darm ontsteking had en kermend in het bed lag dacht ik ‘stel je niet zo verschrikkelijk aan’. Alles vergeleek ik met wat Erwin had moeten doorstaan. Hij die nooit één kick heeft gegeven. Of als iemand wel ernstig ziek was en daardoor boos was tegen zijn/haar familie, moest ik me inhouden om niet te zeggen ‘Hallo, het overkomt niet alleen u hoor maar u hele gezin. Gelukkig heb ik het nooit gedaan. iets gezegd in die trant. Maar het is niet hoe ik ben. Als ik mensen inwerk zeg ik altijd ‘Behandel de patiënt of het je moeder is die in het bed ligt’.

En toch denk ik nu, het was heel fijn dat ik altijd kon gaan of thuis blijven als er weer iets aan de hand was met Erwin. Maar wat had ik gemoeten dan? Ik kon niet anders, het is ook wat de maatschappij van ons mantelzorgers vraagt. Het is niet voor niets dat heel veel mantelzorgers zwaar overbelast zijn. Ik sta nu realistischer in dat idee.

Thuis was ik meteen ook druk bezig. Het geld van de verzekering werd vrij snel uitgekeerd. Dus het hele huis moest meteen aangepakt worden was achterstallig onderhoud betreft. Nieuwe keuken, alles werd  geschilderd ( binnen en buiten). Nieuwe vloerbedekking. Bij alles wat ik handelde ik alsof ik het samen met Erwin deed. Of hij nog steeds naar me keek.

Ik had hele gesprekken tegen Erwin als of hij er nog was…ik had het gevoel dat hij maar even weg was, maar dat het tijdelijk was.. onze band was zo sterk. Het besef was er gewoon nog niet…

Dit is het eerste blog, binnenkort meer..

 

Een nieuw blog.

IMG_3124

Tja, waar zal ik beginnen. Toch weer een blog zullen sommige denken. Vorige week was ik bij mijn vriendin. ‘Ga je helemaal niet meer schrijven?’ vroeg ze. ‘Ik weet het niet” zei ik. ”Ik weet niet of men er nog wel op zit te wachten”. Ik gaf aan dat ik het best wel miste, het schrijven. Het was mijn uitlaatklep, en heeft me zeker geholpen aan de verwerking van… Ze zei dat ze het jammer vond, omdat ze vond dat ik mooi schreef en dat ze zeker wist dat ze daar niet alleen in stond.

En toch dacht ik na over haar woorden de afgelopen week. Want heel vaak wordt me gevraagd ‘hoe gaat het?’. En eigenlijk zeg je dan ‘Het gaat wel”. omdat het rouwen zo verschrikkelijk gecompliceerd is om even in een paar minuten uit te leggen.

Nu, anderhalf jaar na het overlijden van Erwin kan ik pas een beetje realistisch    nadenken. En besef ik pas wat een verschrikkelijke achtbaan het leven was. Nu is er geen stress meer ( even kort gezegd), maar nu zijn er heel andere emoties en besef ik dat het leven waarschijnlijk nooit meer helemaal normaal wordt. Ik merk dat ik de behoefte voel emoties, gevoelens en gedachtes te delen.

Kortom, ik ga weer af en toe een stukje schrijven.  En dan begin ik bij het begin…de dag van het overlijden.

Voor de gene die niet van onze voorgeschiedenis weten even in het kort.

Mijn man Erwin van den Burg ( 47 jr) is op 15 mei 2017 overleden aan de gevolgen van een hersentumor. 13 jaar is hij ziek geweest. Alles heeft hij uit het leven gehaald. In mijn andere blog Hersentumor Erwin kunt u ( mocht er behoefte zijn) het hele verhaal lezen.